Ik heb geprobeerd de grens tussen een banaal voorwerp en een kunstobject op te zoeken. Ik ben gefascineerd door de dynamiek die spul suggereert, eerder dan de visuele aspecten ervan. Spullen kunnen levenloos zijn, maar ze kunnen ons ook diensten bewijzen. Een opstapje om hoog te stappen, een bijzettafeltje om ergens bij te zetten en een gieter om te gieten. Ik probeerde spullen compleet nutteloos te hanteren. Wat kan van dienst zijn, wordt benut zonder dat het baat.
Uit de opslag van de nmbs heb ik tonnen, hoornspeakers, een paar verkeersborden en een kar gekregen. Het werden materialen voor assemblages van geluid en beeld. Ik passeerde vaak over de parking van de Delhaize. Ik was onder de indruk van een venster in een muur daar. In dat venster liepen de bakstenen van diezelfde muur gewoon door. Dat representeerde perfect hoe ik me vaak voelde: met een keurslijf rond mijn lijf. Alsof een lijf enkel zichzelf kan bevestigen, ook al is het veranderlijk. Ik maakte een wandeling op een ton doorheen de stad. Het was een koude winteravond, de stad klonk zoals studenten die drinkgraag de lucht uitnodigender maken dan hij is. Tim filmde mijn wandeling op de ton. We wisten niet hoe we ons moesten verhouden tot wat ik deed. We hadden evenveel zin in deze actie als we er afkeer van hadden. Niemand op straat had hier nood aan. Een man met een lange baard riep: “Dance, dance!”. Ik heb de korte ontmoeting met die raadsman lange tijd in mijn verbeelding toegelaten.
Ik wilde Wolfgang Laib nadoen. Ik vond zijn pose bij het melk uitgieten op kalksteen zo ongelooflijk veelzeggend. Ik koos voor witte lijm op mdf. Niemand zag toch de verwijzing naar Laib. In de performance strekte ik mijn rug en hield mijn arm hoog op om sprekender te kunnen gieten. Ik keek naar de vloeibaarheid van de witte massa en voelde het drukken van mijn knieën op de vloer.
Ik had in de Lidl een opstapje gekocht uit grijs plastic. Toen ik het kocht leek het me ietwat vreemd zoveel waarde te hechten aan één individueel ding, waarvan er in het rek wel 500 stonden. Wat betekent waarde in overvloed? Die vraag is zowel toepasselijk op plastic als op de gevoelswereld leek me. Is behoefte zo moeilijk af te bakenen in een overvloed? Het opstapje ging stuk, ik was ermee gevallen tijdens het rolschaatsen. Het miste een poot. Het maakte wat ik ermee deed plots spannend, per ongeluk. Ik balanceerde nu op een onvolmaakt krukje, het wankelde. Ik viel nooit. In beweging zijn definities zoals vallen en overeind niet van toepassing.