Construction Works — een serie van interventies, 2011

Het lichaam van de bouwvbakker bezit een ernstige daadkracht. Tenminste, ernst is wat wij aan arbeid toekennen. Maar het is niet omdat je werkt, dat het relevant is wat je doet.  Ik had een tijdje een zwak voor bouwvakkers en hun cultuur. Ze zijn niet alleen herkenbaar, ze hebben ook een stereotiepe vorm van werken, communiceren en presence. Zij zijn de scheppende professionals: de hands-on vormgevers van onze ruimte. Het zijn werkers aan de constant traag evoluerende omgeving. Niemand spreekt de bouwvakker tegen wanneer hij de weg verspert. Wij wijken altijd voor zijn werkzaamheden die de gangbaarheid van de ruimte ten goede komen. Hij hanteert stenen, buizen, machines en stevig tuig. Wij nemen hem ernstig. Zijn kostuum en manier van handelen benadrukken het belang van zijn onderneming.

Ik stel me altijd de vraag waaruit zijn arbeid bestaat. We zien hem enkel ‘en passant’. Misschien zijn er dagen waarop hij een hele voormiddag nodig heeft om de juiste hamer te vinden of is er een week waarop een bestelling stenen op zich laat wachten en hij de werf technisch werkloos overziet.

Ik vind het fascinerend dat wij de presence en het uitzicht van iemand verbinden aan constructieve arbeid. Ik stel me de vraag of een maatschappij, die constant in opbouw is en lam gelegd wordt door werkzaamheden, er is vanwege de noodzaak aan ruimtelijke invulling of omdat er handen zijn die tewerkgesteld moeten worden. Er heerst een ondernemingscultuur die evenveel sloopt dan construeert. Als alle competente lijven maar in actie blijven.

Construeren is tegelijkertijd afbreken. Alleen wordt dat aan de arbeid zelf niet toegemeten, die is louter scheppend. De zelfverzekerde scheppingsdrang is precies de enige uiting van toekomstgericht handelen die ons vandaag nog rest. Een bouwer die het één na het andere opricht is de verpersoonlijking van hypothecair denken. Eerst de aanleg en begrenzing van een ruimte. Daarna pas de invulling.

Cement is voor mij een metafoor voor de hardheid waarmee ruimte bezet, ingepalmd en afgebakend wordt. De oppervlakte waar wij ons op begeven en de muren waartussen wij gedachten hebben zijn uit een harde, onverwoestbare materie opgetrokken. Enkel bevoegden, bouwmannen, kunnen ze ook weer verwoesten.Tussen onze aarde en onze voeten is in het merendeel van onze meest begane ruimte een betonnen laag.

In verschillende fases heb ik geprobeerd te construeren door te deconstrueren. Constructie is altijd de deconstructie van iets anders. Hoe inventief, noodzakelijk, reddend of meesterlijk bedacht een plan of bouwwerk ook mag zijn, het zal onze plaatselijke beleving voorgoed vervangen.

#1 City of bikes

Een performance met twee Mac-bike fietstoeristen uit Amsterdam (*the most liberal city in the world (google hit one)), een vezelplaat, een cirkelzaag en een emmer water.

#2 Roger

Een performance waarin het imago van de bouwvakker bevraagd wordt. Met de hulp van de succesreeks 'Klussen met Roger' ontstaat een duel tussen de professionele stukadoor en de doe-het-zelver. Een invulling van het imago van arbeid naast de verwezenlijkte pose van bedrijvigheid.

#3 Concrete Human Need!

Een performance met Clara Saito. In een Hollands hiernamaals speelt zich een romance af tussen een zelfzekere bouwvakker en een blonde dame. Een muzikale rendez-vous waarin een betonmolen de maat aangeeft. Hun samenkomen wordt op ultieme manier vereeuwigd en in beton gegoten

nl /en/fr