The Cup of Humanity Tea began as a medicine and grew into a beverage. In China, in the eighth century, it entered the realm of poetry as one of the polite amusements. The fifteenth century saw Japan ennoble it into a religion of aestheticism--Teaism. Teaism is a cult founded on the adoration of the beautiful among the sordid facts of everyday existence. It inculcates purity and harmony, the mystery of mutual charity, the romanticism of the social order. It is essentially a worship of the Imperfect, as it is a tender attempt to accomplish something possible in this impossible thing we know as life. (...) But when we consider how small after all the cup of human enjoyment is, how soon overflowed with tears, how easily drained to the dregs in our quenchless thirst for infinity, we shall not blame ourselves for making so much of the tea-cup. ― Kakuzō Okakura, The Book of Tea
Tussen 16u en 17u is het tijd voor thee. Vaak vond ik het bereiden van een warm brouwsel het perfecte ritueel om de dag te laten overgaan in de avond. Alsof na het drinken er van het gemoed aanvaardt dat de dag vanaf nu zal ondergaan worden en niet langer gesmeed. Er zit een levensbeschouwelijke schoonheid in 'thee-isme'. Als het water doorheen de theeblaadjes, zo misschien ook warmte doorheen hersenspinsels. Een eerste prille stap van ervaring richting eventuele acceptatie van het moment. Dat warme kopje in de hand is een moment om te arriveren. De theecultuur kent al sinds lang een zeer plechtig, voornaam en daardoor zelfs royaal karakter. De waardigheid is te wijten aan de concentratie die gepaard gaat met de bereiding van de thee (en niet per definitie aan de exclusiviteit van de plant). Dit ritueel wordt dikwijls bewierookt en zelfs ‘beschermd’. In deze performances heb ik de geconcentreerdheid van de procedure willen distilleren. Het opwarmen van water en smaak genereren leek me universeel. Ik heb het willen onttrekken aan zijn traditionele context en proberen vertalen naar mijn leefwereld. Die bestond uit beats maken, spelen met synthezisers en microfoons in elkaar steken.
Ik begeleidde mijn zelf gecreëerde en verbasterde ritueel muzikaal. De geluiden van kokende en fluitende keteltjes waren altijd het leidende thema. Op die manier werd de bereiding van een brouwsel ook een muzikale praktijk. Een wereld om te delen, multizintuiglijk. Warmte in zoveel mogelijk dimensies. Ik heb me enige tijd verdiept in Thee-isme, maar werd gauw nerveus van de strikte regels die aan het ritueel verbonden zijn. Toch zal ik nooit die momenten op de middag vergeten waarin het leek alsof het universum zich afspiegelde in een kopje van twee handpalmen groot.