“Ik voelde de behoefte om te spreken en toen was er Kokito. Spreken is praten tegen de muren, tegen mezelf, tegen iemand die ik ken —zonder te stoppen— of tegen iemand die ik niet ken. Gedachten uiten is een noodzakelijk aspect om een voorstelling te maken. Dat hoeft zich uiteraard niet tot verbale gedachten te beperken.”
Dit is waar ik me in 2013 bevond: ik probeerde me pratend een weg te banen in een kluwen van ideeën, concepten en ervaringen. Taal hanteerde ik als een mogelijkheid om me uit te drukken. Dat is waar ze voor dient. Maar taal is vaak ook een manier om iets te bereiken.
In een latere fase was er Kokokito. Dat is een woord dat zou kunnen symbool staan voor het in beweging brengen van gedachten. Er bestaan ook betere benamingen, natuurlijk. Het zou 'Stream of Consiousness' of 'Instant Peinzen' kunnen heten. Het lichaam brengt verslag uit van een geestesproces. Kokokito betekent waarschijnlijk dat 'niet zo veel uitleg zal baten'. Maar Kokokito wil het wel proberen.
Het lijkt net of ik geloofwaardiger ben aan de hand van een gesproken relaas dan in mijn manier van dansen. Een overdracht van tekst heeft als enige vereiste dat ze verstaanbaar is. Dan wordt ze ernstig genomen. Naar iemand die zich al sprekend voor een menigte waagt wordt men geacht te luisteren. Net of verstaanbaarheid dan een logisch gevolg zou zijn.Woorden kunnen kracht bij gezet worden door muziek. Paradoxaal genoeg kan muziek tegelijkertijd woorden relativeren, aangezien ze van hun pragmatische interpretatie losgemaakt worden door klinkende melodieën. Het klinken van melodieën maakt het geheel los van gewichtigheid.
Een politieke speech, een cabaret, een zakelijke presentatie of een verkoopspraatje… Informatie overbrengen heeft precies altijd een herkenbare code. Los van de woorden zelf kan een toeschouwer inschatten hoe te interpreteren. Is het mogelijk om tekst over te dragen wanneer de vorm waarin dat gebeurt, van stand-up comedy over rap naar karamellevers, voortdurend verandert? En hoe verandert die vorm de inhoud van de overdracht?
In dit proces liep ik rond op de scene, zwaaiend met mijn ledematen. Snel, traag, opgezweept of beschaamd. Een fysieke bewegen waarbij de geest overschouwt, interpreteert en bevraagt wat er gaande is. Interpretaties en vragen die een gevolg zijn van het bewegen maar ook de bewegingen in gang zetten en ze gaandeweg smeden. De motivatie daartoe zou kunnen zijn dat ik een verantwoordelijkheid voel om mijn presence te verklaren. Er wordt naar mij gekeken en geluisterd en daarvoor moet waarschijnlijk een reden zijn. Daardoor zou ik nog gaan denken dat ik effectief dit lichaam ben.
Gedachten zijn als passages doorheen het lichaam. Mijn grootste ambitie is om gedachten enkel en alleen met fysieke bewegingen te dansen. Soms heb ik dergelijke durf. Maar ik vrees de herhaling, ik vrees de verveling, ik vrees het misverstand en ik vrees het oordeel. Hoezeer ik ook zou willen dansen, wanneer ik voor een publiek beweeg observeert mijn geest dat gebeuren. En van die twijfel krijg ik me niet los gedanst.
Het is de nieuwsgierigheid naar overschrijdende methodes die me bezighoudt. Alsof die methodes aangelegenheden zijn waartussen ik lerend beweeg. Los van het feit of dat dan dans is of niet, is er ook de ervaring binnenin het lichaam tijdens het bewegen. Geen enkele benaming van dans voldoet aan de transformerende potentie dat het dansend lichaam in zich draagt. Het is een actief wikken en wegen, twijfel verheffen uit het hoofd en voelbaar maken.
Gemaakt met de ondersteuning van Batard en Campo.
Tour: Campo
Dramaturgie: Dries Douibi
Advies: Pamina de Coulon, David Weber-krebs
Dank: Kunstenwerkplaats Pianofabriek